Noordelijk
Door: Jordi
Blijf op de hoogte en volg Jordi
03 December 2016 | Nieuw Zeeland, Ahipara
Het weer leidt me naar de Bay of Islands; idyllische kustlijn met rotsige eilanden, strand en een stralende zon. Duidelijk een vakantiebestemming, het hostel heeft zelfs een zwembad, hottub en tennisbanen. Eens zien wat hier te doen valt. Surfen zit er in ieder geval niet in. Rugby kijken, de All Blacks spelen een wedstrijd tegen Frankrijk en hebben het er moeilijk mee. Omdat de wedstrijd in Europa is maak ik er een ontbijtactiviteit van. Ze winnen nipt. Hiken, naar de plaatselijk waterval. Een goed tochtje om voor te bereiden op het betere werk. Het einddoel zelf is het niet echt waard. Aangezien de tennisbanen er toch liggen moet ik ze maar gebruiken, en vanaf dan sta ik elke dag minstens een uur op de baan.
Laat ik me weer eens aan een vaartocht wagen, of liever, een zeiltocht. Met kans op dolfijnen, orca’s, walvissen, de hele rits. Met een bescheiden groepje mensen neem ik plaats op She’s a Lady, de beste zeilboot ooit. Onze schipper is een excentrieke zeilhippie, van het soort dat opgegroeid is op een boot en de hele wereld is overgevaren. Met zijn aanstekelijke enthousiasme wordt alles awesome. Rustig toeren door de baai, wat een plaatje. We gaan voor één van de diverse eilanden voor anker en kunnen naar hartenlust kayaken (met flinke wind en golven), hiken (voor een geweldig uitzicht over de hele baai) en zwemmen (knakenkoud). Een lunch onder een boom en we liften het anker. De wind is aangetrokken, we hijsen de zeilen. De motor gaat uit. En we zeilen. Ik pas daar wel, achter het roer. Overstag. Koers houden, 45 graden op de wind. Awesome! De tijd staat stil, ik hoor alleen nog maar wind en klapperende touwen. Golven. Af en toe verzitten als we overstag gaan. Zeilen is tof. En die dolfijnen? Laten we het een klassieke toer noemen. Ergens is het wel fijn om te weten dat dergelijke zekerheden bestaan. Na regen komt zonneschijn. Op een dolfijnentoer zie ik geen dolfijnen. Met licht schommelende tred verlaat ik het schip.
Dat kleine hiketochtje aangevuld met alle tennis bezorg me een gezonde dosis spierpijn. Laten er zich nou heilzame heetwaterbronnen niet al te ver van het hostel bevinden. De zwavelgeur komt me tegemoet. Het ziet er allemaal wat aftands uit, maar dat drukt de pret niet. Er zijn een stuk of 15 verschillende bronnen, variëren in temperatuur (koel tot heel heet) en kleur (wit-, groen- of zwartachtig). Ik probeer er een hoop, de hete zijn wel écht heet. Met veel moeite weet ik me er in één met de klinkende naam Bulldog te wurmen á 42 graden. Geen moment comfortabel, bij elke beweging stroomt de hitte langs je lichaam. Moet wel goed voor je zijn. Afspoelen is voor de vorm, de lucht blijft toch wel aan het lichaam hangen.
On the road again. Lifters. Ze gaan naar Cape Reinga, laat ik daar nu ook heen gaan. En zo zit ik al gauw met gezelschap. Stiekem is de Reinga niet het meest noordelijke puntje van het land, hier komen twee oceanen samen (de Tasmaanse en Pacific). Met de karakteristieke witte vuurtoren oefent de Kaap een gigantische aantrekkingskracht uit op toeristen. M’n lifters zijn van plan om hun tent op te zetten in een baai enkele kilometers verderop. Niets dat me tegenhoud en zo bevind ik me niet veel later op een kampeerplaats in een bijna verlaten baai. Stevig windje, blauwe lucht en een bruisende branding. Kamp opbouwen en op verkenning. Qua voorzieningen is de camping sober; water moet gekookt worden en smaakt dan alsnog apart, de wc’s zijn longdrop. De koude buitendouche nodigt weinig uit met de wind pal op de kust. De middag is zo voorbij, voor het eerst koken met mijn nieuwe set. Duurt even, maar dan heb ik me toch en smaakvolle (en vooral voedzame) maaltijd; pasta, bonen in saus en tonijn, wie is er niet groot mee geworden. Donker en licht bepalen de slaapuren.
Op zoek naar surf beland ik het plaatsje Ahipara, een gehucht dat bekend staat om z’n golven. Eindelijk. Wetsuit aan en gaan. Ik moet er een beetje inkomen, maar het gevoel is er nog. Nu de golven nog. Ik moet het ermee doen. Met een heel gezelschap pizza’s maken en in de houtoven van de lodge bakken. Bijna iedereen surft en zo zitten we in de vroege morgen aan het ontbijt om golven te pakken. Meer boardsporten, een stukje verderop bevinden zich gigantische duinen. Gewapend met sandboards gaan we op weg. Omhoog lopen. Het wegzakken is het probleem niet zozeer, het zand is ontzettend heet en verbrand de voetzolen. Eerst een kleine duin, best oké. Dan de hoge, zo’n 50 meter hoog en onwijs stijl. Uitzicht. En gaan. Er gaat iets fout, behoorlijk fout. Omdat het zand zo heet is kan ik m’n voeten niet gebruiken om te remmen. Wat erop neerkomt dat ik geen rem heb. Zo gauw ik mijn voeten optil accelereert m’n board, niet te houden zo snel. Binnen een paar seconden schiet ik naar beneden, waar een soort schans op me wacht. Ik lanceer, vlieg door de lucht en glij door. Ik glij precies tussen 2 rotspartijen in de zee in, precies wanneer een golf me over de rotsen tilt. Pff. We reconstrueren m’n vlucht en hoe achterlijk hard het ging. En hoe verschrikkelijk veel mazzel ik heb gehad. Op opengeschroeide voeten en knieën na mankeer ik niets. Brand lekker in het water. De doorgang tussen de rotsen is letterlijk 2 meter breed, een klein beetje andere koers en ik had helemaal open gelegen. Als ik het zo opschrijf daalt het besef pas in. M’n geluk voor deze maand is verbruikt.
-
03 December 2016 - 11:24
Winny:
ach boten zijn eigenlijk mensen he? bakens verzetten meeliften met de wind go with the flow etc.
Je moet wel weer een kudde engelen om je heen hebben pff.
De rest vd maand rustig houden dan maar....en tsja spannend blijft het dan weer wel...
bye
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley