Volgende
Door: Jordi
Blijf op de hoogte en volg Jordi
09 April 2015 | Sri Lanka, Hatton
Het grootste gemis is eigenlijk nog m’n dagelijkse surfsessie. Beetje bij (klein) beetje word ik beter en dat maakt het steeds leuker. Tevens is het een goede oefening in geduld, de zee lezen luistert nauw en kan alleen bereden worden met de juist timing. Één golf per half uur is geen uitzondering. Zittend of liggend op m’n plank omgeven door water, de enige plaats op het eiland waar wind te voelen is. Ogen knijpend tegen de weerkaatsende zonnestralen. Aan het eind van de middag verzamelen zich drommen mensen op het strand, veel van hen Indonesiërs afkomstig van andere eilanden, in groepjes afgezet door krakkemikkige busjes. Het is laagtij. De tijdelijk door de zee verlaten grond vormt een uitstekend voetbalgebied. Mensen volleyballen, een enkele surfer pakt het laatste licht mee. Hun gestalten steken donker af tegen de gestaag verdwijnende zon.
Typische gebruiken te over op Bali, zo kom ik erachter dat men (de Hindoes althans) weinig originaliteit kent met het toekennen van namen. Kind 1 t/m 4 krijgt in de regel dezelfde naam, ongeacht het een jongen of meisje betreft. Het 5e kind krijgt weer naam nr. 1, enz. Doet me de jaarlijkse lijstjes met meest gekozen kindernamen iets anders bezien. Waarom origineel proberen te zijn als het zo praktisch kan. Een ander ding dat me opvalt zijn de gevulde wodkaflessen die in houten rekken voor winkeltjes te spotten zijn. Rondscooterend wordt het al gauw duidelijk, het scheelt een rit naar het benzinestation. Trechter in de tank en vullen, eventuele prijsstijgingen worden goed in de gaten gehouden en doorberekend.
Om mijn blik te verbreden doe ik een tochtje eiland, uiteraard op ‘de benen van de Balinees’. Landinwaarts rijd ik steeds verder omhoog, langs rijstvelden, palmbomen en tempels. Het wordt een soort fris in m’n korte kloffie, het wolkendek hangt dicht op de bergen en het meer. Dat de warmte een uur verderop amper te harden is, lijkt hier zo onwaarschijnlijk. Het prikt gemeen, slachting benodigd een maatje-meer-mes en de geur is.. bijzonder. Ik maak kennis met de doerian, een fruitsoort met pitten waar je iemand dood mee kan gooien, omgeven door vruchtvlees. De textuur heeft wel iets weg van avocado, alleen ‘boteriger’.De smaak overtreft de penetrante geur ruimschoots en ik schort mijn oordeel vooralsnog op. Bijzonder. De dagen zijn voorbij gevlogen en voor ik het weet zit mijn tijd op in Legian erop. Ergens midden in de nacht moet ik naar het vliegveld en zo gauw ik de straat op stap, stopt er een mannetje op een scooter. ‘Transport?’ Mijn tas gaat dwars op de voetplaat, ik stap achterop. Geen toepasselijkere afsluiter dan deze rit.
Ik spendeer een dag en nacht in Kuala Lumpur alvorens mij naar de volgende bestemming te begeven, Colombo. Een maand rondhangen heeft de reiskriebels aangewakkerd en de hitte trotserend neem ik de bus naar het station. De afstand is niet eens zo heel groot, maar de trein sleept zich met een slakkengang voort en stopt op elk station. Het maakt niet uit. Bij gebrek aan plaats sta ik in de corridor en neem het voorbij glijdende landschap in mij op. De deuren staan open, een aangenaam windje zorgt voor verkoeling. Later bemachtig ik een plekje eerste rang, op de trap in de deuropening. Mensen hangen uit de ramen en deuren, jongens proberen bladeren van bomen te trekken die binnen hun bereik vallen.
Sri Lanka heeft wat weg van een India-light. Er is weinig vuil op straat te vinden, wat me bevreemd, want nergens staan vuilnisbakken. De mensen zijn niet opdringerig en eigenlijk vriendelijk en behulpzaam te noemen. Overal zie je vrouwen in kleurrijke gewaden, van een mindere positie is op het oog geen sprake. Vermoedelijk kunnen we het wel vinden samen, Sri Lanka en ik. Tempel, museum geweid aan het boeddhisme, botanische tuin, weer helemaal toeristisch. Hele trossen met schoolkinderen lopen er los, netjes in uniform. Ze kijken, roepen en steken hun handen uit om over mijn arm te aaien. Geen verf, ’t is echt. Van die slaperige dorpjes, waar de mensen niets beters te doen hebben dan weinig. Toeristen toeroepen. Wegdutten op een versleten plastic stoel. Voeg daar het wat troosteloze weer bij en je hebt het summum van onkruid gegroeid rond een bezienswaardigheid. Een flinke hike om vóór zonsopgang op de top te staan later ben ik dat vergeten. Niet alleen is Adam’s Peak een religieus oord voor menig godsdienst, het is ook gewoon een plaatje.
-
09 April 2015 - 20:41
Winny:
wat een avontuur he? dan weer half dood dan lekker op temperaturen en bruinen en weer zin hebben in...je zult het weten dat je dit zo graag wilde , denk ik wel weer.
Shri Lanka weet ik niets van daar ben ik wel een soort benieuwd naar. Langzamerhand vordert de tijd voor nu heb ik begrepen dus ben benieuwd wat je planning is.
Have fun kijk uit met eten maar dat zal wel in het systeem zijn in gebakken.
Zie weer uit naar het volgende bericht
groetjes van ons HarryWinny
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley